- bruikbaar
- {{bruikbaar}}{{/term}}1 usable ⇒ 〈nuttig〉 useful, serviceable 〈machines, auto's enz.〉, employable 〈arbeidskracht〉♦voorbeelden:1 een bruikbare methode • a workable methodniet erg bruikbaar • not much use
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.